bermbeheer (3152), ecologisch bermbeheer, bermmaaien (3568), grondig 4 (4645), 2021 (4388)

Steeds mooiere bermen

Datum: 27 mei 2021
Laatst bijgewerkt: 22 november 2022
Door: Herma van den Pol
Onder meer het nieuwe maaibeleid van veel gemeenten heeft eraan bijgedragen dat er in 2021 een recordaantal bijen werden geteld, aldus Naturalis. Dat maaiwerk wordt veelal uitgevoerd door cumelaondernemers, die steeds vaker zien welke kansen het maaibeleid geeft om zich te onderscheiden én om mee te praten.

“In het begin klepelden we de bermen zes keer per jaar”, schetst Erik van Doorn van Van Doorn Buitenruimte de situatie zoals die in het verleden was. “De berm was toen dodelijk saai om te zien. Als ik nu in de gemiddelde berm kijk en zie hoeveel verschillende soorten bloemen en kruiden er staan, dan zie je dat het anders beheren en maaien effect heeft.”

Ecologisch bermbeheer?

Dat de gemiddelde berm er vandaag de dag zoveel interessanter uitziet, valt terug te voeren op het in eerste instantie aangepaste maaibeleid, dat later is uitgebreid tot ecologisch bermbeheer. Hierin valt een onderscheid te maken tussen flora, waar het in eerste aanleg mee begon, en fauna, dat er later aan werd toegevoegd en waarin het belang van insecten en vlinders vooropstaat. Dat laatste begon rond 2017 een steeds belangrijker rol te spelen.

Activiteiten die onder deze vorm van beheer vallen, zijn het verschralen van bermen door het maaien en verwijderen van bermgras of het afgraven van bermen, het sinus- en mozaïekmaaien waarbij steeds verschillende stukken berm in verschillende vormen worden gemaaid, maar ook het zaaien van bloemen en een aangepast snoeibeleid. Wat waar wordt gedaan en waarom het wordt gedaan, komt te staan in een beheersplan, dat doorgaans in samenwerking met een ecoloog wordt opgesteld.

DKCT 1-35.jpg

Van verplichting naar kans
Ecologisch bermbeheer is een onderwerp waarover de meningen onder ondernemers in de cumelasector verdeeld zijn. In het begin was het vooral iets wat vanuit opdrachtgevers werd gevraagd en waaraan dan schoorvoetend gehoor werd gegeven.

“Nu nog zijn er ondernemers die liever de strakke bermen van weleer zouden zien. Daar tegenover staat met name de laatste twee jaar echter een groeiende groep ondernemers die kansen zien in bermbeheer met aandacht voor flora en fauna”, zegt Nico Willemsen, beleidsmedewerker grondverzet en cultuurtechniek bij Cumela. “Dat ondernemers tijd nodig hebben om hieraan te wennen, is logisch. Wil je dit goed doen, dan vraagt het om een andere manier van bermonderhoud organiseren, iets wat begint bij kennis en het nadenken over biodiversiteit”, licht Willemsen toe.

Vaak beschikken ondernemers en hun medewerkers door jaren praktijkervaring onbewust al over heel veel kennis van flora en fauna. Hun ervaring met de groenvoorziening en het aanleggen, onderhouden en herstellen van natuurgebieden is goud waard. Of een eigen medewerker vanuit die ervaring een beheersplan maakt of dat daarbij een ingehuurde ecoloog helpt, maakt niets uit.”

Ontbreekt de kennis of is die nog onvoldoende aanwezig, dan is het mogelijk om dat via een training op orde te brengen. “Voor ons is de wettelijk verplichte cursus Wet natuurbescherming voldoende. We hebben alle niveaus in huis en vullen dat aan met lokale kennis van onze werkgebieden, zodat we die ook in paraat hebben”, zegt Arjo Klok van Dick Klok Cultuurtechniek. Voor het bedrijf van Klok volstaat dit om samen met de opdrachtgever en de ecoloog het beheer van de bermen ecologisch verantwoord te kunnen uitvoeren.

Het bedrijf van Klok is niet het enige in de cumelasector dat er zo in staat. Met name het in huis hebben van lokale kennis van de werkgebieden wordt gezien als erg waardevol, iets wat ook steeds meer wordt gezien en erkend door overheids- en semi-overheidsbedrijven. “Extra bedrijfscertificaten of cursussen hebben wij daarvoor niet nodig”, zegt Klok.

In het begin was ecologisch bermbeheer vooral iets wat vanuit opdrachtgevers werd gevraagd

Bedrijfscertificaat Kleurkeur
Andere ondernemers kiezen, naar voorschrift van hun opdrachtgevers, voor het bedrijfscertificaat Kleurkeur. Dit bedrijfscertificaat kun je alleen halen wanneer je bedrijf ook Groenkeur-gecertificeerd is. Om als bedrijf te kunnen worden gecertificeerd, moet een aantal medewerkers, naast de wettelijke eisen voor de Wet natuurbescherming, beschikken over de certificaten Kleurkeur basis en moet er minimaal één leidinggevende zijn met het certificaat voor gevorderden. De cursussen voor Kleurkeur worden alleen door de Vlinderstichting aangeboden

“Enkele deelnemers die de cursus Kleurkeur volgden, waren aangenaam verrast over het extra geleerde ten opzichte van de verplichte cursus Wet natuurbescherming”, aldus Willemsen. “Van de toegevoegde waarde van een Kleurkeur-bedrijfscertificaat ben ik echter niet overtuigd”, zegt hij. Hij heeft hierover gesprekken gehad met de Vlinderstichting. “Ondanks mijn dringende advies heeft de Vlinderstichting toch besloten het bedrijfscertificaat als ‘add-on’ (toevoeging; red.) op het Groenkeur-certificaat in de markt te zetten."

"Honderden cumelabedrijven onderhouden bermen en groenstroken en hebben al een ISO 9001-certificaat. De eisen aan ecologisch bermbeheer laten zich prima omschrijven in een RAW-bestek, al dan niet in combinatie met een extra persoonscertificaat Kleurkeur. Waar opdrachtgevers voor kiezen, is aan hen. Wij, als Cumela, gaan hen met een voorbeeldbestek laten zien dat het ook zonder nóg een bedrijfscertificaat prima kan, om te voorkomen dat onze sector met extra onnodige kosten en eisen wordt geconfronteerd”, aldus Willemsen. Opdrachtgevers vragen nog maar zelden om een Kleurkeur-certificaat, merken de verschillende ondernemers op die we hebben gesproken.

Uiteindelijk moet er een betaalbaar plan uitkomen, dat jou als ondernemer ook nog geld oplevert

Goede gesprekspartner
Er is kennis nodig om het beheer op een natuurvriendelijke manier uit te voeren, maar ook om het gesprek te kunnen aangaan over wat natuurvriendelijk is. Meerdere keren blijkt uit gesprekken met ondernemers dat de ecoloog hierin vaak een belangrijke rol speelt. Dat kan erin resulteren dat wanneer er een nieuwe ecoloog komt er weer andere eisen aan de bermflora- en -fauna worden gesteld dan onder zijn voorganger en dat kan weer grote consequenties hebben voor de werkzaamheden aan die berm. Ecologisch bermbeheer is daardoor overal weer anders en wordt ook nog eens beïnvloed door de kennis van dat moment, wat bijvoorbeeld goed terug te zien is in het in ontwikkeling zijnde beleid voor invasieve exoten.

Kennis hebben van de bermen en wat daarin leeft en daar ook over mee kunnen praten, is dus belangrijk om te voorkomen dat je met wisselend beleid te maken krijgt en om ervoor te zorgen dat je er zelf niet bij inschiet. “Uiteindelijk moet er een betaalbaar plan uitkomen, dat jou als ondernemer ook nog geld oplevert”, stellen de ondernemers die we hebben gesproken vast.


Het blijkt ook dat wanneer je mag meepraten over ecologisch bermbeheer het je als ondernemer meer kan opleveren dan alleen dit werk. Bij de Vermeulen Groep levert het ze onder andere deelname aan pilots op. “Wij mogen nu bijvoorbeeld de bodemkwaliteit in kaart gaan brengen”, zegt Sofia van Bakel van de Vermeulen Groep. “Een mooie opdracht, die ons ook weer kennis oplevert, die we weer ergens anders kunnen gaan gebruiken.”

“Positief is het dat het niet meer voor de laagste prijs kan en hoeft”, stelt Klok. “Het werken is met het ecologisch bermbeheer echter absoluut niet gemakkelijker geworden. Het is niet meer simpel van A naar B maaien”, zegt Klok. “De uitdaging van het bermbeheer van dit moment is om dit zo economisch en natuurvriendelijk mogelijk in te richten”, vat Jan van Bodegom van Loon- en Aannemingsbedrijf
J. van Bodegom & Zn. samen.

Het werken is er met het ecologisch bermbeheer absoluut niet gemakkelijker op geworden

Investeren met rendement
Het economisch gedeelte hangt onder meer samen met de extra ritten die nodig zijn voor ecologisch beheer. “Dat kost meer, maar ook vanuit CO2-oogpunt is dit helemaal niet goed, want je hebt meer werkgangen”, zegt Van Doorn. “Wij proberen door een mix te gebruiken van de methodes die je kunt toepassen om bermen te beheren, waaronder ook klepelen, per saldo het aantal rijbewegingen gelijk te houden dan wel zoveel mogelijk te beperken”, zegt Van Bodegom. Dat kost wel extra energie en dus geld. “Wij zien in het zo CO2-vriendelijk en groen werken echter een investering die in de toekomst rendement gaat opleveren.”

Ook qua techniek liggen er uitdagingen die als ze zijn aangepakt gaan helpen. “Nu kiezen we ervoor om wanneer we niet over de techniek beschikken toch maar iets anders met de berm te doen dan we zouden willen, maar het zou mooi zijn als hier richting de toekomst oplossingen voor komen”, zegt Van Bodegom.

Naar data-gedreven werken
Van Bakel vult dit aan. Zo ziet zij goede kansen voor software en technieken waardoor zaken meetbaar worden. “We kunnen dan aantonen dat iets gaat gebeuren. Zo hebben we bijvoorbeeld het werk in de Nieuwe Driemanspolder gekregen, dat is gericht op ecologie. Wij laten daar categorieën op doelgroepen los om te kijken welke planten en rietsoorten er moeten staan voor welke dieren”, zegt Van Bakel.

Die data kan ook op een andere manier ondernemers gaan helpen. “Als aannemer wil je jaarrond werk hebben,” zegt Klok, “maar wij merken dat nu vaak wordt vastgehouden aan een bepaalde periode voor alle werkzaamheden. Dat hoeft echter niet, want je kunt soms bijvoorbeeld niet maaien, maar wel een afrastering plaatsen. Dat verhaal krijgen we nu niet goed verteld”, aldus Klok. Veel ondernemers zien goede kansen om in de toekomst meer aan de hand van data te gaan werken.

Bermonderhoud is langzaam een specialisme aan het worden, met zijn eigen protocollen en technieken

Van productie naar specialisme
Ecologisch bermbeheer verdwijnt niet meer, zegt iedereen vol overtuiging. Het zal juist meer worden richting de toekomst. De andere kant is dat juist die berm de ondernemers de kans geeft er iets heel eigens van te maken. “Het is heel leerzaam om naar je collega’s te kijken”, raadt Van Bodegom aan. “Realiseer je ook dat wij bestaan bij de gratie van de buitenruimte. Stel jezelf daarom de vraag: wat vraagt de klant?”, zegt Van Doorn.

Veel bermonderhoud is door deze ontwikkelingen langzaam een specialisme aan het worden, met zijn eigen protocollen en technieken. “Het zijn bij uitstek de cumelaondernemers die dit goed kunnen oppakken”, zegt Willemsen. “We hebben steeds vaker te maken met de puzzel om aan ieders wensen tegemoet te komen. Natuurvriendelijke bermbeheer sluit daar mooi op aan.”

Cursus Kleurkeur en bedrijfscertificaat Kleurkeur: wat is het verschil?

In september 2019 lanceerde de Vlinderstichting de cursus Kleurkeur basis. Dit in reactie op de vele vragen die ze kreeg over bermbeheer waarin rekening wordt gehouden met planten en dieren. In de cursus, die zich richt op opdrachtgevers, uitvoerenden van het beheer en hun leidinggevenden, wordt ingegaan op natuurvriendelijk bermbeheer. De cursus duurt een dag en wordt afgesloten met een examen. Bij een positief resultaat volgt een persoonscertificaat met een geldigheid van vijf jaar. Voor leidinggevenden, opdrachtgevers en ecologen is er ook nog een dagcursus gevorderden beschikbaar, waarin het beheer meer centraal staat.
Het bedrijfscertificaat Kleurkeur ontstond daarna en is door de Vlinderstichting in samenwerking met Stichting Groenkeur ontwikkeld. Deze richtlijn is op 1 december 2020 definitief vastgesteld als add-on op de beoordelingsrichtlijn (BRL) Groenvoorziening van Stichting Groenkeur. Hiermee wordt de kwaliteit van alle bedrijfsprocessen behorend bij ecologisch bermbeheer geborgd. Onder de richtlijn worden onder meer de eisen gesteld dat alle medewerkers werken volgens of beschikken over Wet Natuurbescherming niveau 1, op een maailocatie minimaal een persoon een Kleurkeur-certificaat heeft en een groep van meer dan vijf personen wordt aangestuurd door iemand met Kleurkeur gevorderden.

In totaal zijn er nu zestien bedrijven met het bedrijfscertificaat en werd de basiscursus vijfhonderd keer gevolgd. De bedrijven die bezig zijn met het bedrijfscertificaat geven aan dat het loont. Het gaat dan veelal om relatief grote ondernemers in de cumelasector. Die geven aan dat zij dit gemakkelijker kunnen doen, zowel financieel als qua capaciteit bij de medewerkers, dan een kleiner bedrijf.