Ordner

Nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen, statutenwijziging nodig?

Datum: 2 juni 2021
Laatst bijgewerkt: 2 juni 2021
Door: Geralde Bouw-Van de Bunt
Met ingang van 1 juli 2021 treedt de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) in werking. Met de Wbtr wordt de regeling voor bestuur en toezicht bij (onder meer) verenigingen, stichtingen en coöperaties aangevuld, verduidelijkt en zo veel mogelijk in lijn gebracht met de regelingen die gelden voor de BV en de NV. De wijzigingen kunnen ertoe leiden dat sommige bepalingen in de statuten niet langer meer geldig zijn. In dit artikel de belangrijkste wijzigingen op een rijtje.

De Wbtr is bedoeld om bestuur en toezicht van verenigingen, stichtingen en coöperaties te verbeteren. Er zijn regels opgesteld over taken, bevoegdheden, verplichtingen en aansprakelijkheid. De overheid wil met de wet voorkomen dat wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, zelfverrijking, misbruik van posities en andere ongewenste activiteiten verenigingen en stichtingen schaden. Helaas blijken zaken als ‘een greep uit de kas’ en ‘vriendjespolitiek’ vaker voor te komen dan velen denken.

In het kort de belangrijkste wijzigingen.

T
oezicht
In de praktijk zijn er verenigingen en stichtingen die een toezichthoudend orgaan hebben, ondanks dat dit wettelijk gezien helemaal niet mogelijk is. Daarom wordt in de Wbtr vastgelegd dat dit wel mogelijk is.  Dit kan op twee manieren:

  • een one-tier board (in een one-tier board bestaat het bestuur uit uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. De niet-uitvoerende bestuurders zijn belast met het houden van toezicht.); of
  • een raad van commissarissen.

Verder blijft ook het bestuur en directie-model mogelijk.

Voor de duidelijkheid: verenigingen en stichtingen zijn niet verplicht een raad van commissarissen in te stellen op basis van de nieuwe wet. Dat blijft een keuze.

Tegenstrijdig belang
Een bestuurder moet te allen tijde in het belang van de organisatie beslissen. De tegenstrijdig belangregeling houdt in dat een bestuurder of commissaris van een vereniging, stichting of coöperatie niet mee mag doen in de besluitvorming indien hij een persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is aan het belang van de rechtspersoon. Als alle bestuurders in een vereniging een tegenstrijdig belang hebben dan verschuift de beslissingsbevoegdheid naar de algemene vergadering van de vereniging.

Stichtingen hebben geen algemene vergadering en daarom blijft de beslissingsbevoegdheid, ook wanneer alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben, bij het bestuur. Het bestuur moet dan wel schriftelijk vastleggen wat de overwegingen zijn die aan het besluit ten grondslag liggen. Dit schriftelijk vastleggen helpt bestuurders als achteraf verantwoording moet worden afgelegd.

Aansprakelijkheid
Een bestuurder is wettelijk verplicht om zijn taken netjes (behoorlijk) te vervullen. Wanneer sprake is van onbehoorlijk bestuur en er ontstaat schade, kan de bestuurder voor die schade aansprakelijk gesteld worden. Het gaat hierbij niet om kleine fouten, maar ernstig verwijtbaar handelen.

De Wbtr bepaalt dat bij alle verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen bestuurdersaansprakelijkheid ontstaat in geval van faillissement door onbehoorlijke taakvervulling. De uitzondering dat dit alleen het geval was bij vennootschaps-belastingplichtige stichtingen en verenigingen en bij formele verenigingen komt daarmee te vervallen.

Tot een behoorlijke taakvervulling van bestuurders behoren in ieder geval:

  • Bestuurders zijn bekend met de statuten van de organisatie.
  • Bestuurders gaan geen (financiële) verplichtingen aan namens de organisatie waarvan bekend is dat de organisatie die niet kan nakomen. 
  • Bestuurders nemen maatregelen tegen voorzienbare (financiële) risico’s. Denk bijvoorbeeld aan organisatorische voorzieningen of verzekeringen.
  • Bestuurders vergewissen zich ervan dat collega-bestuurders hun taken en verplichtingen kunnen doen en dat het door een medebestuurder gevoerde beleid op zijn beleidsterrein, niet tot risico’s voor de organisatie leidt.
  • Bestuurders vergaderen regelmatig en leggen onderling verantwoording af over de uitvoering van de taken.
  • Bestuurders zijn goed geïnformeerd over besluiten die genomen worden en leggen die vast. Wanneer er geen overeenstemming is, worden de bezwaren van bestuursleden ook opgeschreven (onder andere in notulen).
  • Bestuurders van organisaties die verplicht zijn om de balans of andere financiële gegevens bij het handelsregister openbaar te maken, doen dat op tijd en volgens de regels.

    Ontslag bestuurders en commissarissen van stichting door rechter
    De rechtbank krijgt een aantal extra gronden op basis waarvan zij het ontslag van een bestuurder of commissaris van een stichting kan uitspreken.

    Meervoudig stemrecht
    De Wbtr geeft een regeling voor meervoudig stemrecht. Deze regeling bestond al voor de NV en de BV, maar is er nu ook voor andere rechtspersonen. De regeling houdt in dat een bestuurder of commissaris meer dan één stem kan worden toegekend in de vergadering, maar dat die bestuurder/commissaris nooit meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuursleden of commissarissen bij elkaar opgeteld.

    De begrenzing van het meervoudig stemrecht draagt bij aan de kwaliteit en voorkomt dat één bestuurder zijn zin kan doordrukken. Wanneer het in statuten mogelijk is dat één bestuurder meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen, moeten de statuten aangepast worden. Over 5 jaar (na 1 juli 2021) gaat de wet boven de statuten.

    Belet en ontstentenis
    De Wbtr verplicht organisaties een ontstentenis- en beletregeling in de statuten op te nemen. Van ontstentenis is sprake als een bestuurder ophoudt bestuurder te zijn. Met belet wordt gedoeld op de situatie dat een bestuurder tijdelijk zijn functie niet kan of niet mag uitoefenen. Zo'n regeling is bedoeld om de activiteiten van de organisaties door te laten gaan bij afwezigheid van één of meer bestuursleden.

    Het wordt verplicht om een belet of ontstentenis-regeling in de statuten op te nemen voor zowel het bestuur als (indien van toepassing) de raad van commissarissen. De statuten geven dan voorschriften in geval van belet of ontstentenis van één of meer bestuurders/ commissarissen. Tevens kan in de statuten worden bepaald wanneer sprake is van belet en kan een tijdelijk bestuurder of commissaris worden aangewezen. De tijdelijk bestuurder/ commissaris wordt met een bestuurder of commissaris gelijkgesteld.

    Wijzigen statuten

Wanneer het noodzakelijk is dat de statuten moeten worden aangepast, hoeft dat niet vóór de ingangsdatum van de Wbtr. Er geldt een overgangsregeling waardoor het doorvoeren van de wijzigingen pas hoeft te gebeuren bij de eerstvolgende statutenwijziging. Dat kan dus op korte termijn zijn, maar ook over enkele jaren.

Mochten de statuten iets regelen over het meervoudig stemrecht geldt wel een termijn: over 5 jaar gaat de wet boven de statuten. Heeft er tegen die tijd nog geen wijziging plaatsgevonden bevatten de statuten een regeling waar dus geen beroep meer op gedaan kan worden. Dit is niet praktisch, maar zeker ook niet problematisch.